Dichten over kaneelstokken en lavendel

Afgelopen week was ik mijn telefoon aan het doorspitten. Ik kreeg al een paar maanden het bericht dat mijn geheugen vol zat en ik dacht: het is tijd om eens even flink wat weg te gooien. En als je daar dan mee bezig bent, kom je natuurlijk allemaal dingen van vroeger tegen. Zo ook het gedicht over de kaneelstokken en de lavendel.

Gedicht over de kaneelstokken en lavendel? Zou je nu kunnen denken. Maar de mensen die mij sinds de middelbare school kennen, zullen waarschijnlijk nog wel weten waar het over gaat. In een ‘ver verleden’ ben ik namelijk ook even dichter geweest. Héél even maar.

Ik zat in vwo6 en volgde het vak Fries. Daar had onze docent een dichter uitgenodigd die ons een workshop dichten gaf. Ik vond het stom, omdat ik er helemaal niks van kon. Die eigenschap heb ik helaas nog steeds bij me: ik vind iets pas leuk, als ik (het gevoel heb dat ik) er goed in ben. We moesten zelf gaan dichten, maar ik had geen idee waar ik moest beginnen.

In die tijd was ik al veel bezig met en geïnteresseerd in de liefde, dus ik besloot mijn grote liefde van dat moment in mijn achterhoofd te nemen en een ongelooflijk slijmerig liefdesgedicht te schrijven. Ach, het was best een grappige workshop en een gezellige dag, minder was ik er nou ook weer niet van geworden, en ik was er weer vanaf. Dacht ik.

Toen bleek dat onze docent al onze gedichten had opgestuurd voor de Slauerhoff Poëziewedstrijd, een wedstrijd voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Een aantal mooie gedichten kwamen in een dichtbundel en de beste wonnen een prijs en mochten het gedicht komen voordragen in Leeuwarden.

Een klasgenoot en vriendin kreeg het bericht dat haar gedicht in de bundel was gekomen. Superleuk voor haar en ik begreep het helemaal, want zij had echt een leuk gedicht geschreven vond ik. Ik hoorde niks, en dat vond ik ook logisch en prima.

Maar toen vroeg mijn docent Nederlands aan mij: “Zie ik jou vanavond in Leeuwarden?” Ik vroeg haar waarom en ze zei: “Jij moet toch je gedicht komen voordragen?” Ik wist van niks, maar zij zat blijkbaar in de jury en zei dat ik toch echt die kant op moest komen. Dus ik bracht gauw mijn ouders op de hoogte en met mijn broertje en beste vriendin mee in de auto gingen we die kant op.

Toen we daar kwamen, werd ik direct opgevangen. “Ben jij Iris? Heb je je gedicht wel bij je?” “Nee, moest dat dan?” Ik had nog altijd geen idee wat de bedoeling was. Ik moest het gedicht maar even uit de bundel voorlezen en doen alsof ik nog niet had gezien welke prijs ik had gewonnen. Nou, ik heb dat ook echt niet gezien, want ik was veel te zenuwachtig toen ik daar voor die volle zaal stond.

Om de beurt werden prachtige gedichten voorgelezen. Over een onmogelijke liefde tussen twee jongens in Rusland, over de vier seizoenen… Het schaamrood stond me op de kaken toen ik mijn gedicht moest voorlezen over kaneelstokken en lavendel. Ik denk dat het dan ook de slechtste voordracht uit mijn leven moet zijn geweest, haha.

Ik dacht: ze zullen het wel mooi gevonden hebben dat ik de moeite gedaan heb om in het Fries te schrijven en daarom de aanmoedigingsprijs hebben gewonnen. Maar de aanmoedigingsprijs ging naar iemand anders. Ook de derde en tweede prijs gingen naar iemand anders en… ik kon mijn oren niet geloven, maar ik werd eerste! Ik kreeg een prachtige bos bloemen en een goed gevulde envelop.

Had ik dus tóch een kwaliteit die ik niet van mezelf kende. Waren er dus tóch mensen die vielen voor mijn kaneelstokken met lavendel, waar ik op school nog zo om werd uitgelachen.

 

Heb ik na dat gedicht nog meer gedichten geschreven? Op een flink aantal Sinterklaasgedichten na, nee.

Ben ik in het echt net zo romantisch als in mijn gedicht? Dat zul je aan mijn vriend moeten vragen, maar die zegt wel eens dat ik in een sprookje leef… 😉

En nu willen jullie natuurlijk dat gedicht nog lezen. Hier komt ie: (en als je hem in het Nederlands wilt, gooi hem dan even in de vertaler www.frysker.nl)

 

Myntes

As ik oan dy tink
Begjint myn holle te draaien myn búk te kribeljen en myn teannen dogge mei
As ik dy sjoch
Begjint de sinne te strieljen de beammen te fluitsjen en de loft te sjongen
Asto nei my sjochst
Sjoch ik yn dyn eagen in wrâld
Fan kanielstokken en lavindel
Asto my oanrekkest
Lit ik my gean en sweve en dreame
Oantsto my los litst
Dan stean ik foar dy
En besef ynienen wer
Do bist fan my
Ik dyntes en do myntes.

 

Kan ik jou helpen met teksten?

Vul dit formulier in en ik neem op korte termijn contact met jou op.

FRLFrysk